vrijdag 22 augustus 2008

Een dag uit het leven van

Ik kan me voorstellen dat jullie je afvragen hoe een dag in Bolivia er uitziet. Welnu. Ik sta op rond een uur of zeven. (veel te vroeg naar mijn goesting). Vervolgens ontbijt ik, na Negro de keuken uit te hebben gewerkt, welteverstaan, en rond een uur of 8 gaat de bel. Dat is Mario Jorge, de Chauffeur van mijn grootvader. Inderdaad, de familie Ampuero wordt door een chauffeur in een geblindeerde wagen naar school gereden. Ik voel me er niet altijd even goed bij, maar soit. School begint om 25 na 8. In de winter. Sinds vorige week moet ik al om 10 vóór 8 aan de schoolpoort staan. Het uurrooster wisselt namelijk wanneer de lente nadert. Ik moet toegeven dat ik niet echt opgezet ben met dit systeem, maar ach, school eindigt ook om half één dus ik moet niet klagen.
Als mijn klasgenoten elkaar 's ochtends begroeten, geven ze elkaar een kus. Daar moest ik in het begin even aan wennen, maar ondertussen zoen ik naar hartelust mee. Iedere maandag is er een soort van 'opening van de week'. Dan komt de hele school samen, zingen ze het volkslied, wordt de vlag gehesen en zegt de directeur dat we braaf moeten zijn. Helaas ontbeert het de man aan autoriteit en neemt geen enkele leerling hem serieus. Met als gevolg dat iedere les met een kwartier vertraging begint. Wel, het hangt een beetje van de leerkracht af. Die van wiskunde krijgt de klas meteen stil, die van fysica moet versterking vragen bij de hoogste instanties, namelijk de eigenares van de school, om zijn les te kunnen geven. Bij momenten vind ik dit hylarisch, anders ook wel intriest.
Naast wiskunde en fysica zijn de vakken die ik heb chemie, literatura (Spaans), aardrijkskunde, biologie, filosofie, kunst, muziek en iets met politiek. In feite werk ik enkel bij wiskunde actief mee. Voor de rest zit ik wat te lezen, te schrijven of te staren. De laatste bel is iedere dag weer en verlossing.
Om half één pikt Jacque ons op en rijden we naar huis voor het middageten, bereidt door Rosita, die overigens goed kan koken. Na het eten ga ik naar mijn kamer en houdt een siesta. Om twee uur vertek ik naar de Spaanse les. Ik neem de micro, da's een soort van bus met normaal gezien plaats voor een man of twintig, maar rond het spitsuur is er ineens plaats voor een man of veertig. Er zijn geen haltes, je steekt gewoon je hand op en als je wil afstappen moet je '¡Parada!' roepen. (Spaans voor halte). De micro is spotgoedkoop. Het kost slechts 1 Boliviano (10 cent), eender waar je naartoe gaat.
De Spaanse les valt goed mee. Het is bij mijn counsler (de persoon waar ik naartoe kan met problemen of vragen) Pedro thuis en ik volg de lessen samen met Liv, het meisje uit Duitsland. Voor de les begint babbelen we een beetje over vanalles en de laatste tijd maken Liv en ik er een sport van om Pedro zo lang mogelijk aan de praat te houden, zodat we niet aan die gehate werkwoorden moeten beginnen.
Na de Spaanse les ga ik naar huis of de stad in, dat hangt er van af. Om zes uur ga ik soms naar de Plaza. Dat is de plek waar de complete jeugd van Sucre iedere avond samenkomt om elkaar de nieuwste roddels te vertellen, liefjes te zoeken of te dumpen, plannen te maken voor het weekend of gewoon om te kijken en bekeken te worden. 't Is voor mij een beetje vreemd om te zien, maar op die manier kent iedereen wel iedereen.
Na een tijd neem ik de micro terug naar huis en eet wat. Vaak komt mijn familie pas tegen een uur of negen binnen gevallen, maar ach, ze hebben ook zo'n druk leven. Ik kijk wat tv, lees wat, luister wat muziek en geniet van het prachtige uitzicht dat ik heb vanuit mijn kamer en tegen een uur of elf kruip ik onder de wol.
Hoewel mijn dagen hier een soort van routine zijn, is toch iedere dag anders. Elke dag zie of leer ik wel iets nieuws en hoewel sommige momenten wel een eeuwigheid lijken te duren (vooral de uren op school) vliegt de tijd. Stel je voor, het is al bijna september.
Zo, ik nu hebben jullie hopelijk een beetje een beeld van een (week)dag in Bolivia. Volgende keer vertel ik hoe de weekends verlopen. Een hoop opwindender, dat kan ik je wel vertellen:D

¡Hasta luego!

donderdag 14 augustus 2008

Negro

De meeste Bolivianen hebben honden. Zo ook mijn familie. Nu moet je weten dat ik niet zo verzot ben op honden. Maar ik kan er meer leven. Bij m'n grootouders lopen er zo'n zeven honden door de keuken terwijl we eten. Hygiënisch zal het niet zijn, maar oké, als dat hier de gewoonte is, dan leg ik me daar bij neer. Ik kan ze lijden, die honden, allemaal. Op één na.
Mijn gezin heeft twee honden. Sara is zo'n klein, wit schoothondje. Doet geen vlieg kwaad, stinkt alleen een beetje. Negro daarentegen is een nachtmerrie. Toen ik hem voor het eerst zag, kon ik er niet meteen het etiket 'hond' opplakken. Ik had nog nooit zoiets gezien. Hij lijkt een beetje op een schaap, maar dan smaller en heeft de kop van een koe, maar dan platter. Hij is ongelooflijk smerig, heeft altijd wel zand of gras of iets anders in z'n ruwe vacht hangen en kijkt lomp uit z'n ogen. Maar dat is nu net het probleem. Negro is niet stom. Integendeel, hij is slim, veel té slim.
Op een keer wou ik iets gaan drinken op een terras en ik slaagde er niet in om naar buiten te glippen zonder het zwarte monster. (Het is altijd een hele klus om buiten te geraken zonder Negro). Het beest begon me te volgen. Ik dacht, vroeg of laat keert ie wel terug. Maar nee. Ik heb getracht hem te verschalken, dacht dat ik hem kwijt was, had nog maar net besteld of daar kwam hij al aangehuppeld. Ik ben moeten vertrekken; de klanten stelden zijn aanwezigheid ook niet zo op prijs.
Een andere gewoonte van het beest is, telkens wanneer ik aan het eten ben, de keuken binnen te glippen, zich vlak naast me neer te leggen en zichzelf te beginnen likken. Walgelijk. Daarna schudt ie zichzelf eens lekker uit en kan ik de plukjes haar zo door de lucht zien vliegen. Maar het ergste is wanneer hij van die braakgeluiden maakt. Dan bekruipt ook mij een misselijk gevoel.
Aan al deze dingen kan ik iets doen. Ik kan er op letten dat Negro niet meer naar buiten glipt en hem de keuken uitschoppen als hij zijn snuit om de hoek steekt. Er is helaas één ding waar ik niets aan kan doen en dat is het volgende.
Iedere morgen, stipt om 20 voor 7, wordt ik gewekt door een indringend gejank en een huiveringwekkend gebonk. Op dat uur wil Negro naar binnen en begint hij de buitendeur te molesteren. Nu is het zo dat die deur uitkomt op een soort van veranda, een lege ruimte die gigantisch galmt en waar helaas ook mijn kamer op uitkomt. Iedere morgen wordt ik door het gejank, gekrab en gebonk van het zwarte kwaad gewekt en het stopt niet voordat ik de deur ga opendoen. De laatste dagen is het zelfs nog erger, aangezien Negro's ingebouwde klok een beetje in de war is en hij nog vroeger begint.
Verschillende plannen hebben de revue al gepasseerd, waarvan het beste me lijkt zo ver mogelijk te gaan wandelen in de hoop dat Negro me volgt en vervolgens de bus te nemen, in de hoop dat hij de weg niet meer vindt. Maar dan wordt mijn kleine zusje waarschijnlijk gek van verdriet. Zij HOUDT namelijk van dat beest. Dilemma's!
Tot zover deze kleine schets van mijn thuissituatie. En nu ga ik oordopjes kopen.

¡Ciao!

zondag 10 augustus 2008

Een beetje politiek


Vandaag, zondag 10 augustus, zou wel eens een historische dag kunnen worden in de geschiedenis van de Boliviaanse politiek. Evo Morales, de man die enkele jaren geleden met grote meerderheid werd verkozen, heeft ondertussen heel wat van z'n pluimen verloren. Men dacht dat met zijn komst een heleboel ging veranderen, maar dat bleken loze beloftes te zijn. De kerel is nogal goede maatjes met Fidel Castro en vindt het systeem op Cuba ideaal om ook in Bolivia toe te passen. Ik ken het fijne er niet echt van, maar ik heb een vermoeden dat dat de democratie een beetje zou schaden.
Hoe dan ook, Evo voelt nattigheid, en daarom heeft hij nu een revocation georganiseerd. De Bolivianen moeten stemmen of ze hem nog willen of niet. De hele stad hangt vol met posters en op de muren staat ofwel Evo Si ofwel Evo No gekalkt. De hele toestand met Evo verdeelt het land. De steden La Paz, Oruro en Potósi, steden waarvan een groot deel van de bevoking indiaans is, zullen waarschijnlijk voor Evo stemmen. Evo profileert zich namelijk als een man van het volk. In werkelijkheid spreekt hij noch het Aymara, noch het Queshwa - de talen van de indianen - behoorlijk, en zelfs zijn Spaans is pover. De andere steden, waaronder Sucre, Santa Cruz, Tarija en Cochabamba zullen waarschijnlijk tegen stemmen.
Als de meerderheid ja stemt, zal er hopelijk niet te veel gebeuren. Evo zal zich gesterkt voelen en misschien de kloof tussen rijk en arm nog wat groter maken, iets waarin hij tot nu toe vrij goed in geslaagd is.
Als de meerderheid nee stemt, ja, dan is er een groot probleem. Evo zal niet zonder slag of stoot vertrekken. Daarenboven is er geen opvolging, aangezien Evo zichzelf ook tot vicepresident benoemd heeft. In heel Bolivia is er geen sterk figuur te vinden die zich verkiesbaar wil stellen voor het presidentschap. De leiding over dit land is dan ook geen cadeau.
Dit is het zo'n beetje de situatie nu. Morgen zullen we meer weten. Ik weet niet of alles wat ik hier heb neergeschreven, correct is. Het is vooral wat ik hoor van mijn familie, en die zijn natuurlijk ook niet onpartijdig.
Voor de rest gaat alles goed met mij. Ik heb nog geen foto's op m'n blog kunnen zetten, maar ik zal eens aan Mirko vragen of hij weet hoe ik dat moet doen. En oh ja, aan iedereen die een berichtje heeft achtergelaten, merci, het doet goed om nog eens iets te horen van dat verre België.

¡Ciao amigos!

vrijdag 1 augustus 2008

¡Hola chicos y chicas!

Hier nog eens een berichtje van Lene. Ik ben nu bijna twee weken in Sucre en het gaat me hier steeds beter af. Gisteren ben ik naar een feestje geweest bij een van m'n klasgenoten. Nou, van fuiven kennen ze hier wel wat. Na nog geen half uur stonden alle meisjes te dansen op salsa, merengue (of hoe je dat ook schrijft) en meer van die zuiderse tonen. Alle teksten kenden ze vanbuiten en brulden ze luidkeels mee. En het moet gezegd, de zuiderse mens heeft toch net dat tikje meer gevoel voor ritme als wij, noorderlingen. Ondertussen zaten de jongens zich lichtelijk te bezatten met Cuba Libre. Ik ben vrij vroeg naar huis gegaan, aangezien het vandaag vrijdag en dus gewoon school was. Aan de wallen onder de ogen van m'n klasgenoten te zien heeft het feestje tot in de vroege uren geduurd. Eentje zag er extreem slecht uit. Hij was onderweg naar huis overvallen door een vrouw. Zijn hele gezicht stond vol rode schrammen en ze had hem ook nog ergens gebeten. Toch niet zo'n veilige stad misschien:D
Ik ben heelhuids thuisgeraakt met een taxi. Die kosten hier ongelooflijk weinig. (4 Boliviano's, da's zo'n 40 cent) t'Is heel simpel om der een te nemen, gewoon je hand opsteken. Na het vallen van de avond is het veiliger om er een te bellen. Nou ja, ik had gisteravond geen zin om te bellen, dus stak ik gewoon mijn hand op. Pedro, m'n cousler, de kerel waarbij ik terechtkan als ik vragen of problemen heb of zo, zei me dat ik dat beter niet meer doe. 't Is een beetje gelijk op de lotto spelen, zei hij. Soms heb je geluk, soms niet. Oeps...
Vorig weekend ben ik naar een concert van Kudai geweest. (Zoek maar eens op op Youtube) 't Was te doen in een gigantisch openluchtstadion. Duizenden Bolivianen stonden te gillen en te springen nog voor de groep ook maar op het podium was. Ik vond het geweldig. Voor het optreden werd de massa opgezweept door een presentator en werden er gadgets het publiek ingegooid. Toen de groep uiteindelijk het podium opkwam, ontplofte de keet. 4 Chilenen, 2 jongens, 2 meisjes, lichtelijk uitgedosd zoals die mannen van Tokio Hotel (ja, ik weet het, not done). De nummers die ze speelden waren zo commercieel als maar kan zijn. Easy listening, ongelooflijk simpel en toch geniaal. Ze zijn hier dan ook razend populair. 't Is niet echt mijn soort van muziek, maar ik heb me goed geamuseerd en dat is wat telt.
Er is natuurlijk ook een andere kant van Bolivia, niet voor niets een van de armste landen van Zuid-Amerika. Ik zag een kind zijn behoefte doen op straat, bedelaars van alle tijden bezetten de straathoeken. Toen we bij Mirko's ouders gingen eten, kwam de meid binnen met een baby, broos en ongelooflijk klein. Haar nichtje, waar zij nu de zorg over heeft. Haar zus stierf bij de geboorte. Zulke dingen gebeuren hier, het hoort bij het leven. Laat me er wel bij vertellen dat het vooral de indiaanse bevolking is die door zulke dingen getroffen wordt. Zij leven aan de minder gegoede kant van de kloof tussen rijk en arm. Een kloof die hier groot is en duidelijk zichtbaar. Rijk en arm leven naast elkaar en dat is soms vreemd om te zien. Maar wat nog vreemder is, is hoe snel je gewoon raakt aan dat onderscheid. Ik heb mezelf dus de opdracht gegeven om kritisch te blijven en alles in me op te nemen. En af en toe spuw ik een beetje van al die indrukken neer op deze blog. Have fun reading it!

ciao!