maandag 18 mei 2009

Uyuni Bis

Het beste bewaart men vaak tot het laatst. Vandaar dat mijn laatste reis naar Uyuni moest zijn. Ik was er al een keer in januari, en toen heeft de plek zo'n indruk op me gemaakt, dat ik moest terugkeren. En zo geschiedde. Op een donderdagavond ben ik met Liv (Duitse afs'ster) naar Oruro vertrokken, waar de afs'ers van heel Bolivia zouden samenkomen om riching Uyuni te gaan. Om 5 uur 's nachts kwamen we aan in Oruro. Oruro moet zo ongeveer de saaiste stad van Bolivia zijn. Het is er steenkoud en buiten het carnaval dat er 1 maal per jaar wordt georaniseerd is er niets te doen. Rond de middag begonnen de mensen van de de andere comités ook te arriveren en om drie uur hebben we de trein naar Uyuni genomen. Het was de eerste keer dat ik hier in Bolivia in een trein zat. Het ding boemelde tegen tien per uur door de vlaktes van de altiplano, wat maakte dat we pas 8 uur later in Uyuni arriveerden, waar het zo mogelijk nog kouder was dan in Oruro.
De volgende ochtend zijn we richting de Salar (zoutvlakte) getrokken. Met z'n achten in een 4x4, als sardientjes in een blik. Vorige keer dat ik de salar heb bezocht, stond hij onder water. Nu was hij volledig droog. Maar droog of nat, die immense zoutvlakte is keer op keer impressionant. Het geeft je het gevoel niet meer op deze wereld te zijn. Zeker als je na een half uurtje rijden door deze sneeuwwitte woestijn een cactuseiland tegenkomt. Speciaal. De camera's werden bovengehaald, net zoals de potten en de pannen want daar aan het Isla de Pescada zouden we lunchen. Na de middag hebben we grotten bezocht om vervolgens naar onze slaapplaats te rijden, een primitief hostalletje in een dorpje in het midden van niets. Ik heb er de maan zien opkomen, wat prachtig was.
's Anderendaags moesten we er al om 5 uur uit om aan onze tocht langs laguna's, geishers en stenen bomen te beginnen. Het was wederom prachtig. 's Avonds sliepen we dicht bij de laguna colorada, een lagune die verandert van kleur wanneer de zon opkomt. Het was er steenkoud. Wat logisch is in een woestijn op een hoogte van ongeveer 4350 meter.
De volgende ochtend zijn we weer richting Uyuni getrokken. Daar zijn we dan tegen een uur of 5 's avonds aangekomen. De trein terug naar Uyuni was pas om 2 uur 's nachts, dus had afs een bar afgehuurd waar we een ongelooflijk lekker stukje lama voorgeschoteld kregen. Vervolgens was er een zeer amateuristische talentenshow en een feestje totdat we de trein op konden om weer tegen 40 per uur naar Oruro te boemelen.
Het einde is nu echt wel in zicht. Ik zal stilaan moeten beginnen afscheid te nemen van alles en iedereen, hoezeer ik daar ook tegenopzie. Dit jaar was in ieder opzicht geweldig.

Beso

donderdag 7 mei 2009

Rurrenabaque

"Er zijn twee dingen die je zeker moet zien als je in Bolivia bent," hebben ze me vaak gezegd. "De zoutvlakte van Uyuni en het tropendorp Rurrenabaque." Uyuni heb ik in januari al leren kennen, en ik was inderdaad erg onder de indruk. Zo erg dat ik vanavond op de bus stap om er nog eens heen te reizen. Een verslag daarvan krijgen jullie in een volgend blogbericht.
Twee weken geleden ben ik dan ook naar Rurrenabaque geweest. Een van mijn zussen, Mariely, woont er, dus had ik ook al meteen een slaapplaats en een gids. Het is niet zo eenvoudig om in Rurre te geraken. Vanuit Sucre is het het makkelijkst als je via La Paz reist. Vanuit La Paz heb je dan twee mogelijkheden: met de bus of met het vliegtuig. De busreis duurt 18 uur en moet naar het schijnt een ware nachtmerrie zijn. Aangezien La Paz op meer dan 3000 meter ligt en Rurrenabaque op zo'n 400, moet je constant dalen via een weg die voor de helft langs een afgrond van een meter of 100 loopt. En af en toe tuimelt er wel eens een busje naar beneden. Het leek mij, en vooral vader thuis, dus verstandiger om met de vlieger te gaan. Dus ikke met het busje van Sucre naar La Paz en dan met het vliegtuig van La Paz naar Rurre. Het was de eerste keer dat ik alleen het vliegtuig nam en ik vind dat het met zeer goed is afgegaan. Ze hebben me maar een keer moeten omroepen in de luchthaven.
De vliegreis was een avontuur op zich. In ons vliegtuigje kon zo'n man of 18 plaatsnemen. Omdat het ding zo klein was, hadden we wel was last van turbulentie. Een paar keer leek het vliegtuig in vrije val te zijn. Kriebels in de buik dus. Ik vond het allemaal wel plezant, maar de twee Israelische meisjes naast me zaten met de tranen in de ogen te bidden dat het snel voorbij zou zijn. Na zo'n 50 minuutjes begon het vliegtuigje te dalen. Onder ons was er niets als groen. Er was geen dorpje te zien, geen landingsbaan noch een luchthaven toen de piloot begon te landen. Ik dacht "seffes hangen we hier in een boom". Maar nee, de landing op iets wat nog het meest leek op een voetbalveld was een van de zachtste die ik al heb meegemaakt. Bij het uitstappen viel de hitte op me. Mijn jeans begon meteen aan m'n benen te plakken en ik voelde de vochtigheid in m'n handpalmen. Mariely stond me op te wachten op de luchthaven/houten hut en in een van de weinige auto's die Rurrenabaque rijk is zijn we richting het dorp gereden.
Rurre is geen groot dorp. Het stikt er van de touristen want het is de ideale uitvalsbasis voor een trip naar de pampa's of de jungle. Auto's zie je er amper, moto's des te meer. Aan de zuidkant rijzen groen beboste bergen op, aan de noordkant beginnen de pampa's. Er stroomt een brede rivier aan de rand van het dorp, waar je 's avonds een prachtige zonsondergang kan zien. Maar wat de meest toeristen zich waarschijnlijk van Rurre zullen herinneren, is de hitte. Toen ik er was viel het nog mee, maar op sommige dagen kan je er geen stap verzetten of het zweet parelt op je voorhoofd.
Wat ik in Rurre heb gedaan? Feitelijk niets. Ik ben een keer gaan wandelen in de jungle, we zijn een paar keer de rivier opgevaren, ik heb elke dag een ijsje gegeten en ben elke avond een pintje gaan drinken in een van de vele toeristisch bars. Ik ben er naar de disco anex sauna geweest, waar de vochtigheidsgraad over de 100% gaat, indien dat mogelijk is. Iedere avond ben ik met Mariely toertjes gaan maken op haar moto, en het is heerlijk om na een hete dag de frisse avondlucht in je gezicht te voelen. Ik ben vis gaan eten in het beste visrestaurant van Rurre en heb een aantal traditionele dansen gezien op het schoolfeest van Mariely. En ik ben iedere dag mijn oververhitte kop gaan afkoelen in het plaatselijke zwembad. Voor de rest heb ik wat rondgehangen in het dorp. Ik denk niet dat ik ooit al zo relaxed ben geweest als in Rurrenabaque. Een aanrader voor alle hartlijders.
Na iets meer dan een week ben ik dan teruggekeerd naar La Paz. Van de hitte naar de kou, van laag naar hoog, van het dorp naar de stad. Ik ben er op stap geweest met Silke en Marieke, die Brugge vertegenwoordigen hier in Bolivia, en ik heb er mijn souvenirs ingeslagen. Vervolgens ben ik teruggekeerd naar Sucre, waar ze blij waren om mij terug te zien.
Mijn jaar loopt zo stilaan op z'n eind. Op dit moment resten me nog exact vier weken. Het is vreselijk snel gegaan, zeker deze laatste vijf maanden. Ik geniet nog iedere dag en nog iedere dag zijn er hier in dit verre land dingen die mij verwonderen. Ik heb hier een tweede thuis gevonden, en het zal moeilijk zijn om daar afscheid van te nemen. Maar ik kijk er ook naar uit om terug in mijn oude, vertrouwde wereld te stappen.

besitos en tot gauw,

Lene