donderdag 13 november 2008

Het andere Sucre

Een jaar of acht geleden zat in het programma Napels Zien een jongen, Arnoud, die zijn eigen ontwikkelingshulpproject wou opstarten. Hij had een schooltje ontworpen om straatkinderen al spelenderwijs wat te leren, opdat ze later kans zouden hebben op beter werk. Op het moment dat de reportage werd gedraaid, zat hij in een Zuid-Amerikaanse stad. Een passage die me is bijgebleven, is hoe hij, met de tranen in de ogen vertelde over een jongen die hij had leren kennen en die regelmatig naar het schooltje kwam. De nacht ervoor was de jongen doodgeschoten door de doodseskaders. Arnoud had het over de spreekwoordelijke druppel op de hete plaat, en hoe die druppel voor sommige mensen toch het verschil kan maken.
Wat hij vertelde moet indruk op me hebben gemaakt, want ik herinner het me zoveel jaar later nog steeds. En door een vreemde speling van het lot trek ik nu zelf rond met zo'n schooltje.
Elke, het meisje van Eksel, is vrijwilligster bij Mobile School, vandaar dat ik begin deze week eens een kijkje ben gaan nemen terwijl het schooltje op de Mercado Central stond.
Doordat ik hier in Bolivia ben met een organisatie als AFS, ben ik terechtgekomen in een gezin dat tot de bovenlaag van de maatschappij van dit land behoort. Ik ben naar een school geweest die hier als 'elitair' bestempeld wordt. De mensen waarmee ik in contact kwam, behoorden tot diezelfde kringen, de plaatsen die ik bezocht ademden toch wel een zekere welvaart uit.
Ik wou eerst een beetje bekijken wat die mobiele school nu precies was, maar terwijl ik de boel aan het observeren was, kwamen er kindjes vragen of ik met hen wou spelen. Die eerste middag heeft me zo aangestaan, dat ik de volgende twee dagen met de mobiele school op pad ben geweest. Dat bracht ons gisteren naar de wijk Alegria, wat vreugde betekent. Alegria ligt op zo'n half uurtje van Sucre. Na een kwartier ging de geasfalteerde weg over in een veldweg. Het was koud. De lucht was onheilspellend grijs. In de verste verte was er niemand te zien. Na tien minuten rijden kwamen er plots een vijftal kinderen opgedoken. Ik vroeg me af van waar ze kwamen, want de enige huizen die ik zag, leken me al jaren verlaten. De kinderen sprongen op onze pick-up, dolblij dat we er waren. Tegen dat we het 'centrum' van de wijk bereikt hadden, zaten er een tiental kinderen in de laadbak, de een al smoezeliger dan de ander, de een al breder glimlachend dan de ander. Het begon te regenen. Meer kinderen kwamen op ons af. We hebben het schooltje niet kunnen opzetten, maar met een bal kan ookal heel wat plezier gemaakt worden.
Veel van deze kinderen werken. Schoenen poetsen, auto's wassen, snoep verkopen of zakjes vullen in de supermarkt. Vaak onderhouden ze mee hun familie. Sommigen gaan naar school, maar moeten dan wel twee uur wandelen. Er rijdt een bus naar Alegria, die kost voor hen maar 50 centavos, vijf eurocent dus, maar die kunnen ze niet betalen. Hun kleren zijn vaak vuil en gescheurd, maar hun ogen twinkelen als ze kunnen spelen. En ze lachen allemaal.
Toen we teruggingen, reden de eerste 500 meter opnieuw een tiental kindjes met ons mee. Toen de pick-up stopte, riepen ze allemaal ciao en renden vervolgens naar huis. De een over de velden, God weet waar naartoe. De ander in de richting van een huisje waarvan ik nooit had vermoed dat het bewoond werd.
Vanaf de weg naar Alegria kan je Sucre zien liggen, witte parel. Sucre, waar welvaart en armoede zich mengen tot een samenleving die voor mij, als westerling, moeilijk te vatten is.

maandag 10 november 2008

Vakantie!

Een week eerder dan mijn klasgenoten ben ik mijn vakantie begonnen. Een week eerder, want zij hebben nu examens, en aangezien ik mijn portie middelbare-school-examens wel heb gehad, heb ik besloten mijn vakantie nu al in te zetten. Vaarwel Humboldt dus.
Hier in Sucre gaat het steeds beter. Het Spaans vlot, de communicatie met mijn familie ook, de trompet klatert steeds helderder (maar stel er je alsjeblieft niet te veel bij voor) en de salsalessen worden steeds leutiger. Daar komt nog bij dat twee weken geleden Elke is gearriveerd, een meisje uit Eksel dat hier voor vijf maanden vrijwilligerswerk doet. En het klikt wonderwel, de eerste avond dat we op stap zijn geweest zijn we al seriues blijven doorzakken:D.
Door Elke Sucre te tonen, merk ik hoe erg ik hier al ben aangepast. Zij verbaast zich over dingen waar ik al lang niet meer bij stilsta, zoals de toeterende auto's, het feit dat chauffeurs voetgangers helemaal niet als zwakke weggebruikers zien en dus nooit zullen stoppen voor een zebrapad, de trage tred van de Bolivianen (echt waar, schildpadden lopen sneller) en het eeuwige te laat komen.
Vorig weekend, met 1 november, zijn we hier naar het kerkhof geweest. Het was er koppenlopen. Hele families kwamen naar het graf van de overledenen, legden lekkernijen neer en zaten te babbelen en herinneringen op te halen. Hier en daar speelde een fanfare een weemoedig lied. De (meeste) doden worden hier niet in de aarde begraven. De kist wordt in een muur geschoven, het gat wordt dichgemetselt en men maakt een kleine vitrine in de muur, waar men bloemen of andere dingen kan plaatsen. Het hele kerkhof is omgeven met deze reusachtige muren, soms wel vijf of meer verdiepingen hoog. Imposant om te zien. De rijkere families begraven hun doden in dodenhuizen, vaak groter dan de huizen waar sommige bolivianen bij leven in wonen. Het hele kerkhof straalt een grote rust uit. Thuis hangt er vaak een makabere sfeer over de begraafplaatsen, hier niet. Hier kan je echt tot rust komen.
Met de komst van Elke begin ik ook meer de toerist uit te hangen. Zo zijn we gisteren (zondag) naar de markt in Tarabuco geweest, een dorpje op anderhalf uur van Sucre. Om acht uur moesten we op de plaza staan. Vervolgens werden we in een bus vol toeristen die naar zonnecrème roken, gepropt. Toch een vreemd ras, de toerist. Na anderhalf uur door een woest en desolaat landschap rijden kwamen we aan in Tarabuco. De markt was ongelooflijk kleurrijk, typische Boliviaanse muziek klonk over het plein en de ene na de andere verkoper probeerde ons iets aan te smeren. De gringo's als aas. Ik heb een leutig hoedje gekocht en een toffe jas. Spullen kopen op zulke markten is een avontuur op zich, want je mag niet vergeten af te dingen. Een zeer boeiende sport.
Terug in Sucre regende het vollebak. Het is hier lente en dat brengt een heleboel onweer met zich mee. Als ik opsta is de hemel meestal stralend blauw, maar tegen de middag begint het weer te betrekken en rond een uur of vier kan het beginnen regenen. Maar de temperaturen blijven aangenaam. Ik kan sinds een paar weken 's avonds in T-shirt de straat op zonder kou te lijden. Jaja, een gans jaar zomer, ben ik geen gelukzak:D.
Aan iedereen die af en toe eens een berichtje achterlaat op deze blog: heel erg bedankt. Het is altijd fijn om nog eens iets te horen van het thuisfront. Als jullie Sucre ook eens vanuit iemand anders ogen willen zien, dit is het adres van Elke haar blog: www.elkevaes.travelblog.be.

Veel groetjes en een dikke kus

Lene