donderdag 24 juli 2008

Gekke dinges in Bolivia

1. Wanneer ze hier naar het toilet gaan, gooien ze het toiletpapier niet in de pot, maar in een vuilbakje. Er mag niets van, euh, niet-organische aard in het toilet gegooid worden, anders is de hele riolering binnen de kortste keren verstopt en dreigen er andere rampen. Vaststelling: er is helemaal geen geurhinder.
2. Alle winkels zijn open tot tien of zelfs twaalf uur. In de supermarkt is er meer volk om 9 uur 's avonds dan in de Colruyt op zaterdagvoormiddag. Mensen leven ook de ganse dag door volop. Wanneer ze thuiskomen na het werk is het niet zoals bij ons dat men eet en vervolgens neerploft voor TV. De Bolivianen zijn actief totdat ze in hun bed kruipen. En toch is er geen stress. Ze doen veel, maar ze doen het op hun gemak. Te laat komen, of het nu een half uur of twee uur is, is een gewoonte. Op tijd zijn is zelfs onbeleefd.
3. In Sucre eten ze driemaal per dag. Een ontbijt met brood, confituur, yoghurt, kaas, thee of koffie. Een lunch om +/- 1 uur, dit is de grootste maaltijd van de dag. Er is soep en daarna een hoofdgerecht. Meestal ligt er wel ergens een patat bij, zelfs in de spaghettisaus. (Ja, dat kennen ze hier ook). Rond 7 of 8 is er de téconté of zoiets. Thee of koffie en pan (brood) met vlees of zoetigheden zoals cake, limoentaart, een soort van Berlijnse bollen of brownies. Typisch voor Bolivia zijn de kaaskoekjes. Als je later op de avond nog honger hebt, kan je nog een broodje of zo eten. In Sucre valt het dus nog mee. In La Paz waren er twee warme maaltijden per dag, mét soep en dessert. In Cochabamba is het naar het schijnt nog erger. Daar zetten ze zich vijf maal per dag aan tafel. (Al een geluk dat ik daar niet zit, hè vader :D)
4. Gisteren ging ik met Mirko en Luciana naar de Alasitas. Dit is een markt waar ze alles in het klein verkopen. Van geld tot kleren, van keukentjes tot hamburgers, van huizen tot auto's, werkelijk alles verkopen ze in miniatuur. Later (ik weet niet precies wanneer) worden deze dingen geofferd aan Eckeko, een klein gek mannetje. Mensen hopen dat deze god er voor zal zorgen dat de overvloed die ze kennen, zal blijven. En ze offeren voor geluk en voorspoed neem ik aan, want daar hoopt toch iedereen op, niet?

dinsdag 22 juli 2008

Eerste schooldag

Wil je eens goed lachen? Volg dan eens een uur muziek in een Boliviaanse school. Echt waar, ik kreeg bijna de slappe lach. Dertig 16 tot 18-jarigen die onder de pauze nog druk bezig waren met hun gsm's en weet ik veel wat nog allemaal (ik versta er namelijk bijna niets van), stonden nu met volle borst de nationale hymne te zingen, een lied dat wel eeuwig lijkt te duren. Prachtig om te zien.
Voor het overige ben ik lichtelijk verbaasd over het Bolivaanse schoolwezen. We hadden het eerste uur fysica. Meteen test. Ik heb meegedaan, voor de form, maar het was een mooie gelegenheid om m'n klasgenoten te obseveren. En echt waar, het verschil met België is hemelsbreed. Leerlingen roepen elkaar antwoorden toe, hebben hun schrift gewoon naast zich liggen of bestoken met vijf te gelijk de leerkracht opdat de rest rustig kan overleggen. Chaos alom. Onder de pauze heb ik met een paar van m'n klasgenoten gebabbeld. De meesten spreken vrij goed Engels, dus dat valt mee. Na fysica hadden we dus muziek (ook de leerkracht was overigens hilarisch) en daarna filosofie. Opniew test. Opnieuw deed ik mee. Ik heb op iedere vraag gewoon geantwoord met een andere filosoof. Wie weet.
Het zal niet makkelijk zijn me aan te passen aan die lawaaiige bende, maar naar het schijnt feesten ze ook graag, dus ik zal me wel thuis gaan voelen bij hen :D.

¡A la proxima!

Lene

gearriveerd!

Ik ben er. Eindelijk. Na vijf vluchten, vier eindeloze dagen op een berg dicht bij La Paz en liters cocathee ben ik dan uiteindelijk toch in Sucre geraakt. Mijn vader, Mirko, en m'n grootvader, Jaime, hebben me opgehaald aan de luchthaven. Nooit was ik zo zenuwachtig als op het moment net voordat ik hen ontmoette. Mirko blijkt chirurg te zijn. Aangzien er nog iemand op zijn operatietafel lag, moest hij zo snel mogelijk terug. Ik werd aan de zorgen van Jaime overgelaten. Die liet me plaatsnemen in een zwarte geblindeerde auto mét chauffeur. De luchthaven van Sucre is vijf minuten rijden van het centrum van de stad. De buitenwijken lijken op die van La Paz, maar dan schoner. Na een paar minuten ontvouwde Sucre zich voor me als een zee van terracotta en wit. We reden de stad in en zetten Jaime af aan een immens wit gebouw. Hij is daar ministre of zoiets. Vijf minuten later zouden we hem terug oppikken. Ondertussen kreeg ik een tour van de chauffeur. In het Spaans. Ik verstond er nog iets van ook. In Sucre zijn de meeste wegen eenrichtingsverkeer. Op iedere straathoek vind je een kerk, allemaal wit, allemaal om ter mooist. Centraal in de stad ligt een groot plein/park. Hier komt de jeugd iedere dag samen, zitten oude mannen de krant te lezen en slenteren koppeltjes steeds hetzelfde rondje onder de palmbomen. Nadat we Jaime terug oppikten, reden we naar zijn huis. Daar wachtte Jacqueline op me, m'n moeder. Ze is advocate en nam me mee om de kinderen op te pikken, Fabrizzio (18), Valentina (13) en Luciana (11). Jacqueline spreekt een aardig mondje Engels. Godzijdank. Ook Fabrizzio kan Engels. Hij zal het nodig hebben, hij vertrekt einde augustus naar de USA.
Op naar la casa. Het huis van mijn familie ligt op een van de heuvels waartussen Sucre zich heeft genesteld. Jacqueline toonde me m'n kamer. Het is verbazingwekkend. Mijn raam geeft uitzicht op heel Sucre en het onherbergzame landschap daarachter. Ik kreeg er de tranen van in m'n ogen. De lunch volgde. Typisch Boliviaans. Een hoop vlees dus :D. Ze hebben hier een meid, Rosa. Zij werkt in het huis van tien tot vier, kookt, wast, poetst,... t'Is een echte Bolivaanse, met vlechten in haar haar en maar drie boventanden, waarvan één gouden.
Na het eten vertrok de hele familie en was het huis helemaal van mij. En toen kwam het besef. Dit is het. Hier zal ik de komende tien maanden leven. En dat is hard. Heel hard. Ik denk dat het nooit tot me is doorgedrongen waar ik eigenlijk aan begon. Zelfs niet toen ik op het vliegtuig stapte, zelfs niet toen ik in La Paz was. Pas hier, in m'n kamer met het onbetaalbare uitzicht besef ik waar ik aan begonnen ben. Maar ik ga er het beste van maken. De komende weken en maanden zullen moelijk zijn, maar ik vertrouw nog steeds hoopvol op de toekomst.

veel liefs uit la Ciudad Blanca

Lene

vrijdag 11 juli 2008

Sucre, de witte parel


Hola! Hier is een beetje informatie over de stad waar ik een jaar zal leven!
Mijn gastgezin woont in de stad Sucre, de officiële hoofdstad van Bolivia. Sucre wordt de witte stad, la Ciudad Blanca genoemd, omdat het centrum volstaat met witte, oude koloniale gebouwen. Sucre ligt in dat deel van Bolivia dat de 'valles', wordt genoemd. Het wordt omgeven door hoge bergen en het hele jaar door heerst er een Middellands zeeklimaat. Ideaal als je het mij vraagt :). De mensen zijn er vriendelijk en gastvrij, maar vrij conservatief. De stad telt zo'n 150 000 inwoners, wat niet zoveel is. La Paz heeft er meer dan 1,5 miljoen. In Sucre is ook de tweede oudste universiteit van het Amerikaanse continent gevestigd, San Francisco Xavier. In 1991 werd de stad opgenomen in de werelderfgoedlijst.
Tot later voor meer Bolivia-info!
A la proxima!


hola amigos!

Dit is het eerste berichtje op mijn blog. Vanaf nu kunnen jullie hier alles lezen over mijn avonturen in Bolivia. Ik vertrek woensdag 16 juli en zal dan wegblijven tot begin juni volgend jaar. In Bolivia ga ik een half jaar mijn zesde opnieuw doen, het andere half jaar ga ik naar de universiteit. Ik zal al die tijd bij een gastgezin verblijven in de stad Sucre, de administratieve hoofdstad van Bolivia. Hopelijk vind ik daar ergens een internetcafeetje of in het beste geval heeft mijn familie een computer, in ieder geval, ik ga proberen regelmatig een berichtje te posten.

Adios!

Lene